
In gesprek met Christel Steentjes: ‘Cultuurhistorie is een charmante verleider.’

Puzzel
‘Samen met mensen naar een mooi plan toewerken: daar houd ik van. Nee, dat is géén gemakkelijk afvinklijstje. Daar waar verschillende thema’s samenkomen, zoals landbouw, landschap, cultuurhistorie, biodiversiteit en klimaatadaptatie, moet je samen een puzzel van duizend stukjes leggen. Het Gelders Genootschap helpt gemeenten ruimtelijke plannen te maken voor stad en land, zodat inwoners fijn kunnen blijven wonen, werken en recreëren.
Dat proces begint met het vaststellen van een heldere visie, want anders ga je met elkaar puzzelen zonder het richtinggevende beeld op de voorkant van de puzzeldoos. Wat vinden we belangrijk als het gaat om de kwaliteit van bijvoorbeeld het buitengebied? Wat zijn onze ambities? Als je dat scherp hebt dan biedt de transitie van het landelijk gebied heel veel kansen om de leefomgeving mooier te maken door nieuwe waarden toe te voegen aan ruimtelijke ontwikkelingen.’
Verleider
‘Ik zit vaak aan de keukentafel van boeren die gaan stoppen en willen praten over de veranderingen op hun erf. Gaan we stallen slopen? Voor welke nieuwe functies gaan we; wonen, recreatie of zorg? Op het erf speelt zich eigenlijke een mini-transitie af. Het zijn ingrijpende veranderingen voor een boerenfamilie. Ik leer mensen door een andere bril naar hun omgeving te kijken. Zo neem ik vaak oude kaarten mee om de geschiedkundige gelaagdheid van het gebied te bespreken. Dan komen er allerlei mooie verhalen naar boven die opa vertelde of je ontdekt samen de vergeten weggetjes en slootjes die verdwenen door de ruilverkaveling. De geschiedenis van een familie en het landschap zijn betekenisvolle bronnen voor het maken van toekomstplannen.
De bedoeling van ons werk is niet om terug te gaan naar het landschap van 1900. Cultuurhistorie is vooral een charmante verleider binnen transities, want het roept een positieve betrokkenheid op. Het raakt aan de identiteit van mensen, het voedt verhalen van verbondenheid en het gedeelde besef van je thuis voelen in een bepaalde streek. Dat maakt cultuurhistorie een goede insteek voor een Gebiedsgerichte aanpak. Het creëert verbinding en biedt inspiratie voor de keuzes van nu.’
Kwaliteit
‘Elke ontwikkeling is een kans om de kwaliteit van een gebied te verbeteren, maar je moet wel een lange adem hebben. Processen en procedures zijn ingewikkeld en vragen veel tijd. Soms is het voor betrokkenen moeilijk om het vol te houden, maar je moet ook niet te snel willen gaan. Nu de woningnood hoog is, voelen gemeenten de druk om te bouwen. Dat zet de kwaliteit van de keuzes soms onder druk. Grote plattelandsgemeenten met waardevol cultuurlandschap en veel monumenten moeten het vaak doen met 0,4 fte voor erfgoed. Het ontbreken van voldoende inhoudelijke kennis van cultuurhistorie en landschap wordt hier en daar pijnlijk zichtbaar. Dan worden er nieuwe woonwijken aangelegd die na 40 jaar al rijp zijn voor de sloop, omdat ze onvoldoende doordacht zijn. Of er ontstaan agrarische erven waar de binding met het landschap is verdwenen, omdat er goede erfbeplanting ontbreekt. Ik vind dat we onder alle omstandigheden moeten blijven kiezen voor kwaliteit, want dat betaalt zich op de langere termijn áltijd terug.”