In gesprek met Joline Dijkstra: ‘Voor-wat-hoort-wat is de smeerolie van gebiedsprocessen.’

Professionals zetten zich met hart en ziel in voor de toekomst van het landelijk gebied. Wat zijn hun persoonlijke lessen? Joline Dijkstra, projectleider bij de provincie Friesland, vertelt over haar ervaringen. ‘Zonder langdurige financiering valt veel stil en is het moeilijk om in het landelijk gebied een andere toekomst op te bouwen.’
Joline Dijkstra
Naam Joline Dijkstra
Functie Projectleider
Organisatie Provincie Friesland
Bio: Heeft een hart voor het landelijk gebied. Zij werkt aan het Frysk Programma Landelijk Gebied (FPLG) en is als projectleider actief in drie gebieden. Voorheen werkte ze onder andere aan het Veenweideprogramma. Joline studeerde marketingmanagement en bedrijfskunde.

‘Na het beruchte stikstofkaartje in het voorjaar van 2022 stonden ook hier de tractoren op de stoep. Na een onstuimige fase, werd al snel duidelijk dat er bij de boeren ook heel veel welwillendheid is. Groepen boeren begonnen bijeenkomsten te organiseren over de toekomst van hun gebied. Het zijn en blijven ondernemers die graag het roer in eigen handen hebben. Begin 2024 presenteerde een groep van ongeveer 68 boeren hun verkennende rapport aan de provincie. Een mooi voorbeeld van hoe gebiedsprocessen van onderop kunnen ontstaan.  

Als het bijvoorbeeld gaat om weidevogels zijn veel boeren intrinsiek gemotiveerd. Ze maaien later en markeren nesten, omdat ze vogels écht mooi vinden en trots zijn op de bereikte resultaten. De doelen rond klimaat, water en natuur staan soms nog iets verder weg. Toch merk ik dat er steeds meer boeren zijn die herkennen en erkennen dat er iets gaat veranderen. En ze zijn in toenemende mate actief bezig met hoe ze met deze veranderingen om kunnen gaan en toekomstperspectief kunnen behouden of creëren.’ 

JOLINE DIJKSTRA , PROJECTLEIDER BIJ PROVINCIE FRIESLAND
''Er is bij boeren ook heel veel welwillendheid.''

‘Dat toekomstperspectief verschilt niet alleen per gebied, maar ook per boer. De een ziet toekomst in extensivering of de omschakeling naar biologisch, de ander stopt of onderzoekt nevenactiviteiten, zoals recreatie en wonen op het erf. Het NPLG en het FPLG werd zeker in deze gebieden gezien als een kans om een integraal toekomstperspectief voor het gebied te maken in een gebiedsproces van onderop. Het transitiefonds – dat niet terugkwam in de begroting van het Hoofdlijnenakkoord – bood daarbij de broodnodige financiering.  

Het principe voor-wat-hoort-wat is de smeerolie van gebiedsprocessen. Dat is ook logisch, want iedereen wil een goede boterham verdienen. Een goed voorbeeld is dat het verhogen van de waterstanden in het veenweidegebied belangrijk is voor CO2-reductie, maar ook erg ingrijpend is voor de agrarische bedrijfsvoering. Dus is er in Friesland gebouwd aan een unieke compensatiesystematiek. Boeren kunnen worden gecompenseerd in grond of geld en dat werkt stimulerend. Door de onzekerheden rond het beleid en de financiën van het nieuwe kabinet dreigen grote delen van de lopende gebiedsprocessen in een impasse te raken. Wij hopen de ingezette lijn te kunnen voortzetten, maar waar komt het geld voor de uitvoering vandaan?’  

‘Onze ervaring is dat de verschillende partijen in de gebieden het onderling wel met elkaar eens worden. De sfeer is over het algemeen goed, ook al is het uiteraard soms een puzzel om alle belangen goed terug te laten komen en niet alles kan overal. Nu sommige initiatieven rijp zijn om stappen te zetten, kan de overheid soms zelf geen houvast en perspectief bieden. Dat roept frustratie op in de gebieden, maar er is geen onbegrip. Ik hoop snel op helderheid, want we moeten het draagvlak van de boeren niet verliezen. Zonder langdurige financiering valt veel stil en is het moeilijk om in het landelijk gebied een andere toekomst op te bouwen.’