
In gesprek met Michiel Rombouts: ‘Laat de focus op je eigen opgave los.’

Verbinden
‘Vroeger waren we als waterschappen, gemeenten en provincies gewend om aan onze eigen opgaven te werken en door onze eigen bril naar gebieden te kijken. Dit sectorale denken is verleden tijd, want in dit kleine landje hebben we beperkte ruimte voor alle grote opgaven die er liggen. Dat vraagt verbinding voorbij de eigen belangen. Participatie en samenwerken zitten in de vezels van een waterschap, want een watergang loopt dwars door alles heen. Dus we zijn gewend om met alle belanghebbenden en gebiedspartners af te stemmen.’
Verdiepen
‘Bij ons op kantoor zitten bijvoorbeeld al jarenlang medewerkers van de provincie Noord-Brabant die we beschouwen als onze eigen collega’s. De samenwerking is hecht en goed. Je leert elkaar ook persoonlijk kennen, bijvoorbeeld tijdens een barbecue bij een gezamenlijk teamuitje. Dat is belangrijk, want dan loopt het op professioneel vlak ook soepeler. Je weet elkaar makkelijk te vinden en er is onderling begrip, zeker als het binnen projecten even spannend wordt houd je elkaar meer vast.

Vertrouwen
‘Natuurlijk is samenwerken ook een leerproces en af en toe stoot je je hoofd. Dat is niet erg, want onderling vertrouwen moet groeien. Soms vinden gebiedspartners het moeilijk om de focus op hun eigen opgave los te laten. Dan houden ze de kaarten tegen de borst, omdat ze bang zijn dat ze aan het kortste eind trekken. Toch dringt het tot iedereen door dat we elkaar écht nodig hebben voor een optimale aanpak waar alle gebiedspartners beter van worden. Dat vraagt om openheid, alle kaarten op tafel en wederzijds begrip voor elkaars belangen.’
Verbeelden
‘Binnen gebiedsprocessen is het creëren van een gezamenlijk beeld van de toekomst cruciaal. Er komen veel uitdagingen op ons af met de nodige risico’s. Op het gebied van water hebben we door klimaatverandering steeds meer te maken met extremen: zeer droge periodes, maar ook extreem natte periodes. Denk aan de overstromingen in Limburg in 2021 of de wateroverlast eind 2023 en in de eerste helft van 2024. De veranderingen op verschillende vlakken zijn best heftig. Dat kan een confronterend toekomstbeeld oproepen dat ons wakker schudt. Dit moet ons niet afschrikken, maar laten we het juist in ons voordeel gebruiken. De urgentie en noodzaak kunnen alle partijen aanzetten tot gezamenlijke acties.’
Vormgeven
’Het samen optrekken binnen een gebied vraagt natuurlijk ook veel overleg. Een valkuil bij integrale projecten is om eindeloos aan de vergadertafel te blijven zitten. Natuurlijk is het goed om de tijd te nemen om elkaar te leren begrijpen en alles helder te krijgen, maar als de aanloopfase te lang duurt dan verliezen mensen hun interesse en vertrouwen. Ik ken niemand die vrolijk wordt van veel vergaderen. Toch lijkt de vergadertafel soms veiliger en makkelijker dan de spannende stap naar de concrete ontwerpfase en de uitvoering. Ik denk dat we eerder lef mogen tonen en meer in de maakmodus komen met elkaar.’
‘De vergadertafel lijkt soms veiliger en makkelijker dan de uitvoering.'

Versnellen
‘Misschien willen we als waterschap - met al zijn doelgerichte technici – soms iets te snel naar buiten en aan de slag. Binnen en buiten de organisatie hoor ik wel eens dat de Gebiedsgerichte aanpak vertragend werkt. De beginfase van de integrale samenwerking vraagt inderdaad meer tijd, maar ik zie dat als een investering in de optimale, gezamenlijke aanpak voor de lange termijn. Verderop in het proces levert dat voordeel op en werkt het juist versnellend. Tempo maken moet ook wel – dan zet ik weer even mijn waterschapsbril op - want we moeten in 2027 wel doelen uit de Kaderrichtlijn Water gehaald hebben.’
Vieren
‘Mag ik er een zevende V aan toevoegen? De V van vieren. Vaak vergeten we successen die we samen boeken te vieren. Dat is jammer, want een feestje op zijn tijd laat zien dat samenwerking tot mooie resultaten leidt en het versterkt ook nog eens de onderlinge band.’