Samenwerking in veenweidegebieden en Natura 2000-overgangsgebieden

Interventielogica

De subsidieregeling stimuleert samenwerking tussen melkveehouders in veenweidegebieden en Natura 2000-overgangsgebieden bij het verhogen van de grondwaterstand en extensivering. Hiertoe wordt subsidie verstrekt voor het vormen van een samenwerkingsverband van grondeigenaren en -gebruikers in deze gebieden, het ontwikkelen een gebiedsplan en de uitvoering hiervan via:(1) het verhogen van het waterpeil, aanleg van waterinfiltratiesystemen en grondwaterpeilbuizen in grasland en extensivering van de melkveehouderij in het betreffende veenweidegebied of (2) extensivering van een of meer melkveehouderijen door vermindering van de productie en de bemesting in en rond het betreffende stikstofgevoelig Natura 2000-gebied. Hiermee wordt primair een bijdrage aan de klimaatopgave in de veenweidegebieden beoogd en een bijdrage aan de stikstofopgave in en rond stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. 

Doelen

De subsidieregeling ondersteunt de transitie van de landbouw in veenweidegebieden en in en rond stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden met het oog op de opgaven voor klimaat en natuur. 

Maatregelen

Het instrument draagt bij aan uitwerking van de provinciale gebiedsProgramma’s op gebiedsniveau en versterkt de lokale samenwerking tussen grondeigenaren en -gebruikers. Daarnaast draagt de regeling direct bij aan diverse fysieke maatregelen uit de provinciale gebiedsprogramma’s zoals extensivering, verhoging waterpeilen en aanleg van waterinfiltratiesystemen.

Toelichting

De subsidieregeling bestaat uit drie categorieën met elk eigen voorwaarden en budget:

Categorie 1: samenwerkingsverband vormen en een gebiedsplan maken.
Dit betreft een subsidie voor het opzetten van een samenwerkingsverband en het opstellen van een gebiedsplan tot maximaal € 40.000 in veenweidegebieden of in en rond stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.

Categorie 2: waterpeil opzetten en extensivering in veenweidegebieden
Hieronder vallen 3 subsidies:
• Subsidie voor een geringere drooglegging. De drooglegging is van 1 april tot 1 oktober maximaal 20, 30 of 40 centimeter. De drooglegging is het verschil tussen de gemiddelde hoogte van het maaiveld van het graslandperceel en het waterpeil in het peilvak.
• Subsidie voor de investering in een waterinfiltratiesysteem en digitale grondwaterpeilbuizen in grasland. 
• Subsidie voor extensivering van de melkveehouderij.

Categorie 3: extensivering in Natura 2000-(overgang)gebieden
Dit betreft een subsidie voor extensivering van een of meerdere melkveehouderijbedrijven via het verlagen van de productie en bemesting tot 100 of 150 kg stikstofdierexcretie per hectare per bedrijf. Het gaat hierbij om landbouwgrond in en tot 2500 meter rondom stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. De verlaging van productie en bemesting vindt bij voorkeur plaats in combinatie met de verlengde weidegang volgens de Eco-regeling van het GLB.
 

Brondocumenten:

Samenwerking in veenweidegebieden en Natura 2000-overgangsgebieden (rvo.nl) 
Nederlands Nationaal Strategisch Plan GLB 2023-2027, p. 539

Opgave
Verduurzaming landbouw
Type instrument
Financieel-economisch instrument
Doelgroep
Agrariërs, Grondeigenaren, TBO's
Looptijd/Openstelling
Eenmalig, namelijk van 1-5-2024 tot 31-5-2024. Provincies stellen hiervoor provinciale regelingen open. Het is mogelijk dat in de toekomst nieuwe openstellingen volgen. Momenteel is hierover geen informatie beschikbaar.
Bevoegd gezag
Het Rijk
Uitvoerder instrument
Provincies

Financieringsbron:
GLB/NSP (EU Plattelandsfonds/ELFPO en nationale cofinanciering)

Juridische grondslag:
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021